Platform Modernisering Strafvordering

Pmsv

Rubrieken

Achter de feiten aan. De mogelijkheden van de verdediging om bij te dragen aan de feitenvaststelling in strafzaken04/2024

Mr. dr. Marianne Lochs
Trefwoorden: tegenspraak, feitenonderzoek, verdedigingsrechten, deskundigen, contradictoir process

    Een van de uitgangspunten van het nieuwe Wetboek van Strafvordering is dat het strafproces een tegensprekelijk karakter heeft. Dat uitgangspunt brengt mee dat van de verdediging actieve deelname wordt verwacht, ook waar het gaat om het aandragen van informatie, het doen van verzoeken en het voeren van verweren die licht kunnen werpen op de in de visie van de verdediging relevante feiten. In deze bijdrage wordt geïnventariseerd hoe het er in het nieuwe wetboek voorstaat met de mogelijkheden voor de verdediging om invloed uit te oefenen op de feitenvaststelling. Aan de hand van een bespreking van de mogelijkheden voor het aandragen van informatie, het horen van getuigen en deskundigen, het verrichten van overig onderzoek zoals inbeslagneming en doorzoeking, en het zelfstandig verrichten van onderzoek door de verdediging, wordt onderzocht of de positie van de verdediging in dit opzicht wordt verstevigd.

Mr. dr. Marianne Lochs

Mr. dr. M. (Marianne) Lochs is universitair docent straf- en strafprocesrecht aan de Universiteit Leiden.

Toch minder ruimte voor het rechterlijk toezicht in het nieuwe wetboek? Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald02/2024

Mr. dr. M. Samadi
Trefwoorden:

    In mei 2022 publiceerde de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies op het toenmalige wetsvoorstel van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. In dit advies toonde de Afdeling zich in het bijzonder kritisch op een tweetal wijzigingen van de huidige regeling aangaande de rechterlijke reactie op onrechtmatigheden in het strafrechtelijk onderzoek, te weten de verruiming van de reikwijdte van de regeling en de invoering van het nieuwe criterium ‘het belang van een goede rechtsbedeling’ als normatief richtsnoer bij de toepassing van processuele sancties als reactie op onrechtmatig strafvorderlijk handelen. Inmiddels heeft de minister gehoor gegeven aan dit advies en deze voorgestelde wijzigingen in belangrijke mate teruggedraaid. Daardoor is het de vraag wat nu precies wordt beoogd met deze nieuwe regeling? In dit artikel vindt een kritische bespreking plaats van het advies van de Afdeling en de laatste versie van het wetsvoorstel. Beargumenteerd wordt dat juist deze twee wijzigingen een belangrijke bijdrage (hadden) kunnen leveren aan de volledigheid van het toezicht op de opsporing en roept in dat licht op tot (opnieuw) een herziening van de regeling.

Mr. dr. M. Samadi

Mr. dr. M. (Mojan) Samadi is universitair docent straf- en strafprocesrecht aan de Universiteit Leiden.